De wegen buigen af langs het perron,
de bomen zijn een beetje scheef gaan waaien,
daaronder is een boer de berm aan ' t maaien,
alsof het hem de wereld schelen kon
fonteinen spreiden water in het rond,
een regenboog vlaagt door een witte waaier,
paarden en vee laten hun staarten zwaaien,
de bosrandschadnw deelt haar recht op grond
Blijf hier, onrust trekt alle sporen krom;
ginds spiegelt zich het dorp aan de rivier,
het luistert naar de eendere verhalen
en zwijgt en ziet en hoort in alle talen:
de aarde wacht en drinkt uit eigen kom.
Keer je maar om - blijf bij de dorpsrivier.